Waarom Coen Bastiaansen zich kandidaat stelt voor de provinciale staten

Onmisbaar in de Provinciale Staten: ondernemers. Niet alleen omdat zij weten wat bedrijven in de regio nodig hebben, maar ook omdat ze net even anders denken. Wat motiveert hen om naast het ondernemerschap tijd te maken voor de provincie? Vandaag deel 1: Coen Bastiaansen, verkiesbaar voor de VVD in Brabant, op 15 maart tijdens de Provinciale Statenverkiezingen.


Vorig jaar besloot Coen Bastiaansen zijn winkel in Breda te verkleinen. ‘Ik wilde na dertig jaar wel eens iets anders dan alleen maar werken. En mijn drie dochters zien het niet zitten om het bedrijf over te nemen en vijf, zes dagen per week te werken’, zegt hij. De winkel bestond toen nog uit een gezondheids- en een delicatessenafdeling. De delicatessen gingen de deur uit, de gezondheidsproducten bleven en de zaak werd een franchise van de Gezond & Wel Gezondheidswinkels. Dat Bastiaansen het sindsdien wat rustiger heeft, betekende niet dat hij stil ging zitten. Er kwam juist tijd vrij om zich met de lokale politiek bezig te houden. Zo schreef hij mee aan het laatste verkiezingsprogramma van de VVD (waarvan hij vier jaar geleden lid werd) in Breda. ‘Dat smaakte naar meer. Ik merkte hoe snel je draagvlak kunt krijgen om een idee in een verkiezingsprogramma op te nemen. In mijn geval een voorstel om het voedselaanbod op scholen en in sportkantines gezonder te krijgen.’ Zijn volgende stap is die van de gemeente naar de Provinciale Staten van Noord-Brabant. En uiteindelijk de landelijke politiek: dat is zijn ‘stip op de horizon’. Daarbij wil hij zijn blik vooral richten op het thema gezondheid. Gezond gedrag van mensen zou in de ogen van Bastiaansen meer beloond moeten worden, en ongezond gedrag juist ontmoedigd. Maar nu wil hij eerst daarmee aan de slag in de Staten (werk waar hij twee dagen per week mee bezig verwacht te zijn) en zo meer politieke ervaring opdoen.



Dingen veranderen
Bastiaansen is al langer actief in ondernemerskringen. Hij is voorzitter van de Winkeliersvereniging Wilheminastraat in Breda en richtte een zogeheten BIZ op, een Bedrijven Investerings Zone, waarbij ondernemingen in een bepaald gebied investeren in verbetering van die omgeving. ‘We willen van de Wilhelminastraat de eerste klimaatneutrale straat van Nederland maken.’
Hij vindt het logisch om zich naast zijn eigen winkel in te zetten voor de straat en het belang van álle ondernemers in Breda. ‘Ik wil dingen veranderen. In actie komen, in plaats van aan de zijkant blijven staan.’ Andere ondernemers die hij spreekt dénken er niet over om politiek actief te worden. ‘Zij kijken naar de politiek in Den Haag en zeggen: ‘Ik heb geen zin om dat geëmmer over me heen te krijgen.’ Dat vind ik triest. Ik wil iets toevoegen, een bijdrage leveren aan de maatschappij.’



ONDERNEMERS KIJKEN MINDER HAPSNAP NAAR ZAKEN


De politiek heeft juist behoefte aan méér ondernemers, vindt hij. Zelfs binnen zijn eigen VVD, ‘toch een ondernemerspartij’, komt hij ze weinig tegen op politieke posities. Terwijl ondernemers volgens hem met realiteitszin, en minder ‘hapsnap’ tegen zaken aankijken. Bastiaansen geeft een voorbeeld: ‘Ik heb zelf een keer over het parkeerbeleid gesproken tijdens een vergadering van de gemeenteraad. Het voorstel was om parkeerplaatsen te schrappen omdat jongeren minder auto’s kopen en kiezen voor deelauto's. Uit onderzoek blijkt echter dat veel van onze klanten met de auto komen, en maar een klein deel met het openbaar vervoer. Gelukkig is toen uiteindelijk afgesproken dat er geen parkeerplaatsen in Breda mogen verdwijnen. Let wel, ik zeg niet dat er ongelimiteerd parkeerplaatsen en asfalt bij moeten komen, want ik wil óók onze mooie stad behouden en andere vormen van mobiliteit stimuleren.’ Wat hij als Statenlid zou willen bereiken, kan Bastiaansen nog niet heel concreet zeggen. ‘De provincie houdt zich met zoveel zaken bezig en ik weet nog niet wat er allemaal voorbijkomt. Het is nieuw voor mij.’ Lachend: ‘Ik word niet gehinderd door gedetailleerde kennis van zaken.’ Maar zeker op het gebied van stikstof zal er iets moeten gebeuren, meent hij. Brabant heeft relatief veel varkensboeren en die zullen meer biologisch moeten gaan werken. En op het gebied van bereikbaarheid wil hij de ov-verbinding tussen Breda en Tilburg verbeteren, want die zorgt nu regelmatig voor problemen doordat treinen niet rijden. Een derde punt van aandacht voor Bastiaansen is onderwijs. ‘Het onderwijs in de regio kan beter. Er moet meer aandacht komen voor het werken met je handen, waar jongeren nu hun neus voor ophalen. Maar ze hebben geen idee wat een bakker of een loodgieter precies doet. Leg dat ze uit, en laat dat liefst doen door die bakkers en loodgieters zelf. En laat ze ook stage lopen.’


NIET VERGETEN: ER MOET WEL GELD WORDEN VERDIEND


Een ander belangrijk aandachtspunt voor de provincie vindt Bastiaansen het vestigingsklimaat voor bedrijven en het behoud van ‘parels’ zoals chipmachinefabrikant ASML. Dat vraagt om goede onderwijsinstellingen, voldoende woningen (voor werknemers) en goede verbindingen voor OV en auto tussen die woningen en het bedrijf.’ Maar ook een gevarieerd aanbod van cultuur en natuur maakt en houdt Brabant aantrekkelijk om in te wonen, werken en recreëren. Maar laten we niet vergeten: om dat alles te kunnen betalen, moet er wel geld verdiend worden.’